Glycine

INLEIDING

Glycine in combinatie met magnesiumbisglycinaat is een sterke glutamaat remmer die mag gecombineerd worden met antidepressiva en andere geneesmiddelen. Glycine fungeert tevens als een melatonine vervanger (zie: punt 2 Slaapmiddel). Glycine in combinatie met magnesiumbisglycinaat is onder meer geschikt voor het afbouwen van antidepressiva omdat het de ontwenningsverschijnselen opvangt.

GLYCINE

Glycine is een conditioneel semi-essentieel aminozuur ^{ref –  ref-2.} Dit betekent dat in normale omstandigheden het lichaam voldoende glycine aanmaakt, maar in een periode van stress en ziekte ontstaat een tekort. Glycine is het kleinste aminozuur en het is een hele belangrijke stof voor de aanmaak van andere aminozuren, glutathion, creatine, heemverbindingen en RNA/DNA. Het bevordert de opname van calcium ^ref. Ondanks dat glycine een zoete smaak heeft, fungeert het als antidotum voor fructose ^ref. Uit onderzoek blijkt dat glycine de plasma glucosespiegel met de helft vermindert na het consumeren van suiker ^ref. Vanuit deze context is glycine te zien als een middel voor de behandeling van insulineresistentie en diabetes type 2. Glycine wordt in het lichaam op twee manieren enzymatisch aangemaakt:

• Uit het aminozuur serine door het enzym serine-hydroxymethyltransferase, waarbij tetrahydrofolaat als co-factor wordt aangewend
• Uit glyoxylaat door een transaminase en pyridoxaalfosfaat (afgeleid uit vitamine B6)

Het lichaam gebruikt kleine hoeveelheden als voor-activatie van de NMDA-receptoren, deze receptoren activeren glutamaat. Echter bij grotere concentraties hoeveelheden werkt glycine als een glutamaatremmer doordat het in competitie gaat met glutamaat ^ref.

MAGNESIUM

Magnesium activeert de werking van endorfine door bio-magnetische aantrekking van endorfine op de endorfine-receptoren ^{ref-1  ref-2  ref-3}. Hierdoor verbetert de efficiëntie van endorfine. Endorfine activeert het parasympatische zenuwstelsel (stress-remmend, ontspanning, betere slaap) en activeert het beloningssysteem (aandacht, motivatie, concentratie). Endorfine neutraliseert spierkrampen door het melkzuur (lactaat) in de spieren te verminderen (via de aanmaak van ATP). Zink heeft een tegengesteld effect op de magnesium endorfine-magneet werking. Om deze reden wordt het gebruik van extra zink afgeraden aan personen met een zwakke endorfine werking, spierkrampen en chronische pijn.

• 95% van de magnesium voorraad bevindt zich intracellulair. Aangezien bloedtesten de extracellulaire waarden via serum meten, geeft labonderzoek geen reële meetwaarde. Er wordt geraamd dat 50 tot 70% van de bevolking een magnesiumtekort heeft.
• Magnesiumbisglycinaat: is magnesium gebonden aan het aminozuur glycine en bevat 11,5% magnesium. Het bevat in tegenstelling tot sommige andere merken geen magnesiumoxide, een binder die wordt toegepast om de prijs te drukken. Magnesiumbisglycinaat absorbeert 228% beter dan magnesiumchloride.

TOEPASSINGEN

1. Glutamaat-remmer
2. Slaapmiddel
3. Afbouwen van antidepressiva
4. Ondersteuning van de behandeling van insulineresistentie en diabetes type 2
5. Vermindert de vorming van AGE’s en de expressie van AGE-receptoren

1. GLUTAMAATREMMER

Glycine in combinatie met magnesium vermindert de glutamaatwerking. Een overmaat aan glutamaat heeft vermindering van de dopamine activiteit (ref) en overmatige activiteit van het stresssysteem  (ref) tot gevolg. Een teveel aan glutamaatactiviteit komt voor bij:

• Aandoeningen en klachten met een verminderde dopamine werking (ref-1 – ref-2)  AD(H)D, autisme, motivatieproblemen, verslavingen, uitstelgedrag, leer-, aandacht- en concentratieproblemen
• Psychische klachten glutamaatdominantie: onrust, agitatie, malende gedachten, piekeren, gespannenheid, moeite met ontspannen, zwart-wit denken, reactief gedrag, agressie (ref-1 – ref-2)
• Verslavingen, afkicken van drugs en genotsmiddelen, rebound-effect van psychostimulantia (ADHD-medicatie): bij het afkicken van genotsmiddelen of bijvoorbeeld nadat ADHD-geneesmiddelen zijn uitgewerkt ontstaan ontwenningsverschijnselen door een teveel aan glutamaat (ref). Dit rebound-effect wordt veroorzaakt door de antibeloningseffecten van de toegenomen glutamaatactiviteit
• Dwanggedachten, OCS (Obsessieve-Compulsieve Stoornis) (ref)
• Overmatige stress (ref)
• Slaapproblemen (ref)
• Restless legs (ref)
• De ziekte van Lyme 
• Astma: allergische astma, stressastma en inspanningsastma (ref)
• Moeite met loslaten van negatieve ervaringen en trauma’s, PTSS, angsten (ref)
• Moeite met veilige hechting en veiligheid in sociale interacties (ref)
• Angsten, hyperventilatie (ref)
• Vergeetachtigheid, geheugenverlies (ref)
• Gespannen en pijnlijke spieren (ref-1 – ref-2)
• Druk in de borststreek (gespannen spieren in de hartstreek en luchtwegen) (ref-1 – ref-2)
• Pijn: chronische pijn, neuropatische pijn, viscerale pijn (pijn die uitgaat van de ingewanden van de borst of de buik) (ref)
• Oorsuizen (ref)
• Histamine problematiek (histamine versterkt de werking van glutamaat met 1.000%) (ref)
• Oestrogeen gevoelige borstkanker (ref)

2. SLAAPMIDDEL

Glutamaat activeert het sympathisch zenuwstelsel. Indien de glutamaatactiviteit te hoog is en/of GABA onvoldoende actief is, kunnen zich slaapproblemen voordoen.

• Glutamaat verkort en verstoort de non-remslaap ^{ref-1  ref-2} (is de beginfase van de slaap waarin een geleidelijke vertraging van de hersengolven optreedt. In deze fase zijn de ogen en de spieren rustig en ontspannen. Deze periode kent vier stadia: sluimer, inslaap, slaap en diepe slaap)
• Glutamaat  inactiveert melatonine in de Nucleus suprachiasmaticus = deel van de hersenen dat de slaapcyclus reguleert. Glycine neutraliseert dit effect door melatonine in de Nucleus suprachiasmaticus te activeren ^{ref-1  pdf-1} 

3. AFBOUWEN VAN ANTIDEPRESSIVA

Het afbouwen van antidepressiva veroorzaakt een tijdelijke (maar extreme) serotonine-resistentie ^{ref-1  ref-2  ref-3} dat onder meer veroorzaakt wordt door verminderde beschikbaarheid van de serotonine-receptoren. Hierdoor neemt de glutamaatctiviteit toe en ontstaat onrust, prikkelbaarheid, malende negatieve gedachten en spanningen in het lichaam.

4. ONDERSTEUNING BEHANDELING VAN INSULINERESISTENTIE EN DIABETES TYPE 2

Ondanks dat glycine een zoete smaak heeft, fungeert het als antidotum voor fructose ^ref. Uit onderzoek blijkt dat glycine de plasma glucosespiegel met de helft vermindert na het consumeren van suiker ^ref. Vanuit deze context is glycine te zien als een middel voor de behandeling van insulineresistentie en diabetes type 2.

5. VERMINDERT DE VORMING VAN AGE’s EN DE EXPRESSIE VAN AGE-RECEPTOREN

AGE’s zijn eiwitten die onherstelbaar beschadigd zijn en het verouderingsproces versnellen zoals de vorming van rimpels en aderverkalking. Glycine vermindert de aanmaak van ACE’s door stimulatie van het glyoxalase-1, het enzym dat methylglyoxaal afbreekt, de belangrijkste precursor (voorstof) van AGE’s. Tevens vermindert glycine expressie van de receptoren die AGE’s activeren ^ref.

CONTRA-INDICATIES

Vermijd gebruik van glycine tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding. Ook andere invloeden op geneesmiddelen en gezondheidsproducten zijn mogelijk.

DISCLAIMER

De in deze publicatie verstrekte informatie is uitsluitend bestemd voor professionals, die zich vanwege hun beroep met gezondheid en voeding bezighouden. Deze publicatie is niet bedoeld voor leken of consumenten. De auteurs verklaren dat deze publicatie op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Zij kunnen op geen enkele wijze instaan voor de volledigheid van, of eventuele fouten in de tekst van deze publicatie. De auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen, gebaseerd op de inhoud van deze publicatie.

REFERENTIES

De aanklikbare referenties zijn toegevoegd in het artikel.